Taalbijeenkomst hersenen in actie 2
Wat was nieuw voor me?
Vandaag was nieuw voor me: de uitleg over de poster, verschillende soorten differentiatie en voorbeelden van verschillende onderwijsbehoeften.
Wat heb ik daarvan geleerd?
Vandaag hadden we een korte les taal, maar een aantal dingen zijn me toch een stuk duidelijker geworden.
Daarin begonnen we met de uitleg over de opdracht voor taal bij het project hersenen in actie. Het doel van de opdracht is dat we oefenen met het maken van een groepshandelingsplan.
Het is de bedoeling dat we een poster maken met een uitgewerkt groepsplan voor 3 kinderen uit je stageklas van een leerlijn taal.
1) eerst kies je een leerlijn voor taal.
2) dan kies je 3 kinderen uit, waarvan 1 op zwakniveau, 1 op gemiddeldeniveau en 1 op sterkniveau.
3) observeer de gekozen kinderen
4) dan ga je kijken hoe de leerlijn getoetst wordt bij deze kinderen en verzameld je resultaten.
5) beschrijf de onderwijsbehoeften van de kinderen en hoe je hierbij aan kan sluiten.
6) zet alle gegevens op een poster.
Na de uitleg zijn we aan de gang gegaan met een (leeg) groepsplan. We kregen een beschrijving van een aantal kinderen en hun gedrag en toen moesten we het juiste avi-niveau en onderwijsbehoeften bij het juiste kind leggen. Ik vond het nog best lastig, maar na wat gepuzzel en overleg met medestudenten kwam ik er wel uit. Een voorbeeld vraag was bijvoorbeeld: welke avi-niveau en onderwijsbehoeften passen bij een kind dat erg spellend blijft lezen en spel afgeleid is? Een oplossingsmogelijkheid zou kunnen zijn: een rustig plekje voor het kind zoeken en meer woorden met het kind automatiseren door bijv. flitsen, zodat hij meer woorden snel zal herkennen.
Daarna gingen we nog even door verschillende manieren heen om aan te sluiten bij onderwijsbehoeften bij taal, bijvoorbeeld: de leesmotivatie vergroten, extra instructie, zorgvuldiger lezen, thuis lezen bevorderen, een rustig leesplek creëren, hoek inrichten met kinderboeken, veel complimenten geven, succeservaringen geven of druk van de ketel halen (bij toetsen).
Als laatste hebben we nog even gekeken naar verschillende soorten differentiatie. Je hebt namelijk convergente differentiatie, wat inhoudt dat alle leerlingen hetzelfde doel in een les behouden. De differentiatie bestaat dat voornamelijk uit de variatie in hoeveelheid stof.
En dan is er nog divergente differentiatie, daarbij werken de kinderen in een les juist allemaal aan hun eigen doel. De verschillen tussen het niveau van de kinderen bij deze laatste vorm van differentiatie worden steeds groter.
Wat ben ik van plan met deze kennis en inzichten te gaan doen?
Ik ben zeker een stuk wijzer geworden over de opdracht, dus daar ga ik zo snel mogelijk mee aan de slag. Ik vind het ook handig dat ik voor mezelf een opzetje heb gemaakt in welke volgorde ik te werk moet gaan, want dan is het overzichtelijker en kan ik er echt meteen volgende keer op stage aan gaan werken.
Ook de voorbeelden van hoe je aan kan sluiten bij onderwijsbehoeften t.o.v. taal vindt ik handig en zou ik kunnen gebruiken bij de opdracht, maar ook later wanneer ik in mijn klas specifieke onderwijsbehoeften van een kind opmerk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten