Excuses voor dat de tekst op mijn poster slecht te lezen is, ik zal u het document (met poster) sturen en hem hieronder verder toelichten.
Ik loop stage op 'natuurlijk leren' onderwijs, in groep 1,2 en 3. Ik heb de leerlijn Technische lezen gekozen, dus heb me toegespitst op groep 3.
Hieronder zie je de genomen stappen bij het maken van mijn poster.
1. kies een leerlijn.
technisch lezen, wat betekent het verklanken van woorden en zinnen (verklanken van woorden en zinnen, van steeds moeilijker woorden en zinnen en de leessnelheid ).
Werkvormen bij technisch lezen zijn koorlezen, duo-lezen, tutorlezen, voor-en-na lezen, niveaulezen etc.
2. welke doelen hanteert de school op deze leerlijn in jouw klas?
De school hanteert de TULE/SLO doelen, mijn stageschool maakt namelijk geen gebruikt van methodes.
Hieronder zie je de doelen van Tule-slo voor groep 3-4.
§ fonetisch benoemen van de letters
§ ontsleutelen van klankzuivere (km-, mk- en mkm-)woorden zonder eerst de afzonderlijke letters te verklanken
§ lezen van klankzuivere woorden (van het type mmkm, mkmm en mmkmm)
§ lezen van korte woorden met afwijkende spellingpatronen en meerlettergrepige woorden
§ woordidentificatietechnieken
§ steeds meer woorden automatisch herkennen
§ gebruik van verschillende technieken om woorden snel en nauwkeurig te herkennen
§ herkennen van lettercombinaties en spellingpatronen
§ herkennen van lettergrepen in geschreven woorden
§ herkennen van het unieke letterpatroon van (leen)woorden
§ gebruikmaken van de betekenis van een woord
§ gebruikmaken van de context van een woord
§ compensatie/dispensatie en gerichte instructie voor dyslectische leerlingen
3. welke toetsen neemt de school af en wanneer?
Er wordt getoetst met de Cito-toets dmt en de teksttoetsen met Avi. Deze toetsen zijn helaas dit jaar nog niet afgenomen bij de kinderen, dus die resultaten kan ik niet gebruiken voor mijn onderzoek.
Wel volgen ik en de groepsleerkracht de ontwikkeling van de kinderen door met de kinderen te flitsen en in groepjes te lezen.
4. observeer 3 kinderen (zwak, gemiddeld, sterk)
zwak: J., 7 jaar, haalt verschillende letters van het alfabet nog erg door elkaar (zoals a-o, b-d-p, ei-ie, v-w), kan enkele letters nog niet goed benoemen ( oe, sch, ch, ng, nk, ui, eu). Lezen gaat nog spellend (herkent de woorden niet) en weet nadat hij iets leest niet meer wat hij heeft gelezen. Is erg ongemotiveerd en onzeker (waardoor hij ´stoer´ gaat doen in het leesgroepje). Vindt de volgorde van letters in woorden soms nog lastig (bv. in welk woord zie je de k op het eind) en vindt het leuk om rijmoefeningen te doen.
gemiddeld: O., 6,5 jaar, kent bij flitsen zo goed als alle letters en is nu woordje aan het flitsen, vindt woordjes als school, vuist, mink nog lastig. Is wel wat onzeker in lezen. Leest samen met medeleerlingen van zelfde niveau. Bij veel onrust, kan hij zich moeilijk concentreren en is hij snel afgeleid. Samen lezen gaat verder goed, hij leest ook mee als de ander leest. Volgens leesmoeder kan hij meestal wel vertellen wat hij heeft gelezen. Kent de volgorde van letters in woorden goed en verwisseld deze ook niet. Vind het leuk om woorden in lettergrepen te verdelen in de vorm van een spelletje.
sterk: S., 6,5 jaar, is bij het flitsen met moeilijkere woordrijen bezig dan haar medeklasgenootjes. Bij een nieuwe woordrij kan ze de woorden snel verklanken en nadat ze de woorden 2x heeft gelezen gaat haar tempo al sterk omhoog. Ze vind het leuk om te lezen en leest volgens haar ouders thuis ook veel. Ze heeft geen moeite met afzonderlijke letters (ook niet de lastigste), herkent woorden snel en weet wat ze leest. 2 dagen in de week gaat ze tijdens de leestijd, tutorlezen met een kind uit groep 4. Dat gaat goed, ze leest goed mee en verbeterd bij foutjes. In de klas is ze soms veel afgeleid tijdens de leestijd, omdat ze alleen leest en de boekje naar haar zeggen ´saai´ vindt.
5. toetsresultaten
de school maakt gebruik van de Dmt-toets en de avi-toets. Deze zijn helaas nog niet afgenomen, dus daar heb ik nog geen resultaten van. Wel heb ik (met mijn mentor) observaties gedaan en gekeken naar het flitsprogramma.
6. onderwijsbehoeften
Samen met mijn mentor heb ik besproken wat de onderwijsbehoeften van deze 3 leerlingen zijn.
J. (zwak): het alfabet meer oefenen, zodat de letters goed in zijn hoofd zitten. Voor hem lastige letters oefenen door middel van woorden aanleren. Beginnen met ook flitsen van woorden, zodat hij ook woorden kan automatiseren. Door middel van spelletjes ook bezig gaan met de betekenis van woorden en de volgorde van letters. Vaak benadrukken wat er wel goed gaat bij lezen, bij het flitsen kun je een duim instellen (positief gevoel) om zijn onzekerheid tegen te gaan. Meer gemotiveerd raken om te willen lezen, door bijv. met hem af te spreken dat hij 1x in de week zelf een boekje van thuis/bieb mag meenemen en dat we daaruit gaan oefenen. Als beloning bij goed lezen kun je ook wat vaker een rijmspelletjes met hem doen. Ook leesspelletjes op de computer kunnen een goede oplossing zijn voor zijn motivatie, omdat hij het leuk vindt op de computer te werken.
O. (gemiddeld): tijdens het flitsen kun je woorden die hij lastig vind ook verbinden aan een betekenis zodat hij ze misschien sneller herkent. Ook bij hem is de duim in het flitsprogramma een goed optie, ook kun je aan de leesmoeder of zelf met hem bespreken wat er goed gaat bij het lezen om hem zo zekerder te maken bij het lezen. Als het lezen in de klas te druk is, kun je hem met zijn leesmaatje achter een kast in de klas zetten, zodat hij minder afgeleid wordt of op de gang. Bij goed lezen kun je hem als beloning een lettergreepspelletje laten doen.
S. Tijdens het lezen alleen is ze snel afgeleid, omdat het niveau te laag is of ze het boekje niet leuk vindt. De leerkracht zou haar kunnen inzetten om met een kind uit groep 2 (dat al graag wil lezen en er aan toe is) samen te lezen of een prentenboek voor te lezen uit een kind uit groep 1. Ze vindt namelijk leuk om andere kinderen te helpen of samen te werken. Zo vindt zij lezen weer leuk tijdens leestijd in de klas en voor het kind uit groep 1 of 2 is het ook goed.
Ook zou het kunnen helpen haar op een rustig plekje in de klas te zetten of zelf een boek te laten kiezen (van thuis/bieb) en na goedkeuring van de leerkracht die te laten lezen.
Op mijn poster heb ik ook nog de onderwerpen: evaluatie, ouders, organisatie, didactische activiteiten en eigen mening besproken.
Ik heb veel geleerd over het maken van een groepsplan door deze opdracht en vond hem zeer nuttig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten